In 1918 werd IJsland in een verdrag met Denemarken een volledig soevereine staat, verbonden met Denemarken onder dezelfde koning.
Door de bezetting van Denemarken door Duitsland op 9 april 1940 waren gedurende het verloop van de tweede wereldoorlog de banden met het Deense bestuur verbroken. Het IJslandse parlement regering zelf in handen en stelde een tijdelijke gouverneur aan, Svein Björnsson. Deze werd later de eerste president van IJsland. In de eerste jaren bleef IJsland neutraal. Op 10 mei 1940 viel Groot Brittannië uit strategische overwegingen IJsland binnen te en verklaarde het eiland tot geallieerd gebied. Het IJslands parlement protesteerde wel, maar veel IJslanders waren opgelucht dat het Engelsen waren, en geen Duitsers.
Reacties